[intro]
[couplet 1]
Ik durf het niet goed te zeggen,
Jij bent de vrouw
Die ik zoek, die ik wil,
Jij alleen en geen ander.
Jij bent mooi, lief en sterk
En ik heb geen werk,
Hoe kan ik bij je komen
Vrouw van mijn dromen,
Ik wil je vannacht.
[refrein]
Kom bij mij in eenzame nachten,
Kom bij mij, wanneer je maar wilt
Want als jij bij mij bent, schijnt weer de zon in mijn leven,
Ieder uur van de nacht – wil ik met jou beleven.
Kom bij mij in eenzame nachten,
Blijf bij mij zolang je wil.
[couplet 2]
Ik stamel, ik stotter en klungel,
Ik ben kaal en oud,
Heb geen geld en geen jeugd,
heb slechts een groot verlangen.
Zonder jou kan ik niet verder,
Het leven is gemeen,
En mijn hart is te groot,
En mijn huis is te leeg,
En ik ben alleen.
[refrein]
[intro]
|Bes |C |F |C |
[couplet]
|F |F |D |Gm |
|C |C |F |C |
|F |F |Bes |Besm|
|F |C |F |C |
[refrein]
|F |F |C |C |
|Gm |C |F |F |
|F |F |C |C |
|C |C |F |C |
|F |F |C |C |
Gm |C |F |C |